Email: pvg@camerama.demon.nl

Potgieter- Potgeter - Pottgiesser
Potgeiser - Potgiesser
Potgieser


Hoofdstuk 1 Potgieter - tak Elburg


Een korte handgeschreven stamlijst treft men aan bij het Centraal Bureau voor de Genealogie te 's-Gravenhage. Afstammelingen van deze tak treft men voornamelijk in noord-oost Nederland aan.

Hoofdstuk 2 Potgieter - tak Coesfeld


De leden van deze tak verplaatsten zich naar Amsterdam, een handgeschreven incomplete genealogie werd gevonden in het Amsterdams Gemeente Archief, waarschijnlijk overgeschreven van een ouder stuk. Het geslacht is in Nederland uitgestorven maar de mogelijkheid bestaat dat er in Duitsland nog leden van dit geslacht in leven zijn. Dit werd niet verder onderzocht.

Hoofdstuk 3 Potgieter - tak Tubbergen


Mogelijk aan een Zwols of Nordhorns geslacht verwant. De familienaam werd tot Pottegieter verbasterd. De laatste van dit geslacht vertrok naar Noord- Holland waar in deze tijd nog twee vrouwelijke afstammelingen in leven zijn.

Hoofdstuk 4 Potgieter - tak Zwolle 1


Deze tak begint met een Hermanus Potgieter van beroep smid. Hij kreeg in 1672 Burgerrechten te Zwolle. Geslacht uitgestorven.
Dit is de familie van Everhardus Johannes Potgieter, de dichter.

Hoofdstuk 5 Potgieter - tak Zwolle 2


Deze tak begint met een Cornelis Potgieter die omstreeks het jaar 1668 op onbekende plaats werd geboren. Afstammelingen van hem zijn in een klein aantal op verschillende plaatsen in Nederland in leven.

Hoofdstuk 6 Potgieter - Tak Nordhorn 1


Deze tak begint met Harmen Potgieter omstreeks het jaar 1685 geboren en getrouwd met Lodden. Nederlandse leden van dit geslacht wonen voornamelijk in Emmen en omgeving, alsmede enige in het zuiden van Limburg.

Hoofdstuk 7 Potgieter - Tak Nordhorn 2


Deze tak is waarschijnlijk aan Nordhorn 1 verwant. Dit zijn de afstammelingen van Beerendt Potgieter. De tak verplaatst zich eerst naar Hoogeveen en later naar Amsterdam. Dit geslacht is uitgestorven.

Hoofdstuk 8 Potgieter -Potgeter - tak Nordhorn 3


Naar alle waarschijnlijkheid aan Nordhorn 1 verwant. Dit zijn de afstammelingen van Gerhardt Potgeter . Zijn afstammelingen treft men dezer dage nog in Nordhorn en omgeving aan. Ook in de Verenigde Staten treft men zijn afstammelingen aan zowel als Potgeter, Potgieter en bij sommigen vond een naamsverandering plaats waardoor de familienaam in Potter en Stahr werden gewijzigd en het onderzoek niet vergemakkelijkte.

Hoofdstuk 9 Potgiesser - tak Dortmund


De eerst bekende van dit geslacht treft men te Dortmund aan in het jaar 1559 toen afkomstig uit Schwerte an der Ruhr. Zeer waarschijnlijk vindt men in Duitsland nog levende afstammelingen van deze tak maar dit werd verder niet onderzocht. Een van de leden van dit geslacht woonde in de plaats Wickrath bij Mönchenglattbach waar hij het beroep van bakker uitoeffende. Drie broers Pottgiesser uit Wickrath trokken naar Noord-Holland waar zij zorgden voor een uitgebreid nageslacht. In Nederland treft men bij de nakomelingen van deze drie broers de volgende spellings varianten aan: Potgieter, Potgiesser en Potgieser. Ook in de Verenigde Staten treft men nageslacht aan.

Hoofdstuk 10 Potgiesser - tak Schwerte an der Ruhr


Mogelijk aan tak Dortmund verwant. De eerst bekende schijnt Eckert Pottgiesser(s) te zijn die omstreeks het jaar 1580 werd geboren. Een Johann Friedrich Pottgieter trok naar Hoorn waar hij ontvanger der Rijksbelastingen werd. Zijn achterkleindochter overleed in 1927 te 's-Gravenhage waarmee dit Nederlandse takje uitstierf.

Hoofdstuk 11 Potgiesser - tak Hessisch Oldendorf


Deze tak begint met Georg Friedrich Pottgiesser. Zijn zoon geboren in 1756 woonde te Midwolda en Winschoten. Zijn nakomelingen wonen nog in Amsterdam en in het Groningse.

The "loose ends" of Pottgiesser families in Germany - ein "Sammelsurium" of Pottgiesser familien in Deutschland


Potgieters in Suid Afrika


De geschiedenis van de oude Nordhornse familie Potgieter (aldus Dr. Ludwich Edel in 1955)

Reeds enige jaren geleden heb ik in het jaarboek van de Heimatverein tamelijk kort over deze familie, die vandaag de dag nog verschillende familieleden in Nordhorn heeft bericht. Intussen echter is er nog zo het een en ander aan het licht gekomen, waarvan dit algemene interesse verdient.
Allereerst moet ik er op wijzen dat men in vroeger eeuwen met de spelling van familienamen en plaatsnamen het niet zo nauw nam, naast Potgeter, de oude Nederduitse vorm, verschijnt reeds vroeg het Hollandse Potgieter en het Munsterlandse Potgeiter, ook wel met twee t's geschreven. Dit maakt echter voor ons onderzoek niets uit.

In Nordhorn woonde omstreeks het jaar 1500 in Ossenhoek een zekere Hynrich Keteler, in de volksmond werd hij Kettel Hindrik genoemd, hij woonde nog op de Ossenhoek in het jaar 1537. Zijn opvolger en schoonzoon is Bernd Potgeter uit Essen aan de Ruhr. Tot op heden is Essen beroemd om zijn ijzerwerken en 400 jaar geleden was Essen ook al bekend vanwege Pot- en Ketelgieters. Nog in het jaar 1577 werd Bernd Potgeiter in een acte genoemd. Zijn kinderen moeten geweest zijn Kettelhinrich, genoemd naar de grootvader, Kettelherman en Kettelgrete, deze laatste trouwde een zekere Albert Rolowes. Hinrich voerde een Fenne Hillerink uit Hesepe naar huis, wat vermeldenswaard is omdat er in latere tijd nogmaals een huwelijk tussen deze beide families tot stand kwam. Kettelherman bracht een zekere Gese, de dochter van Scholten von Bimolten, naar de Ossenhoek. Dit huwelijk was er wel de oorzaak van dat er in een oorlogstijd een Potgeter bij zijn grootouders op de Scholten-boerderij woonde.

Nu volgt het een en ander over deze uit de stad afkomstig maar naar het land getrokken familie: na de grote oorlog woont HARMEN op Bemthorst in Scholten Leibzuchtshaus in Bimolten, een zoon of kleinzoon van hem zal wel de oude man in Scholten Niehaus in Bimolten geworden zijn als zijn weduwe de seer oude vrou Potgieter ook in het Scholten Niehaus verschijnt. Hem vindt men in het begraafboek van de Gereformeerde Gemeente terug op 22 november 1754, haar vindt men op 14 april 1759. Dit is dan weer een goed voorbeeld wat men in deze jaren onder een exacte inschrijving in het Kerkeboek verstond, men begrijpe de moeilijkheden die de familieonderzoekers op hun weg tegenkomen ! Als opvolger woont er een HARMEN POTGIETER in het Scholten Niehaus met waarschijnlijk de volgende kinderen: Swenne, Derk, Geese, Jan en Hendrik. Van de eerste twee kinderen heb ik de doopinschrijving niet terug gevonden, daarintegen van de laatste drie wel. Dochter Swenne trouwde als eerste met Derk Roters tot Frenstrup en op 10 maart l749 met Jan Volker van Hesepe. Derk Potgieter trouwde voor de eerste keer omstreeks l745 met Gertien Smois van Frenstrup, uit dit huwelijk heeft hij voorzover wij weten slechts twee dochters nagelaten. Na het vroege overlijden van zijn eerste vrouw is hij bij de weduwe van Jan Brink ingetrokken, zij trouwden op 30 maart l760. Zij was een dochter van Jan Bras uit Altendorf. Zijn dochter Derkien trouwde op 23 November 1766 met de jonge Harm Bras de zoon van zaliger Meindert Bras. Zo bleef het Bras-Jans huis in de familie Bras, de tweede dochter Jenne Potgieter ging in het jaar 1770 naar Hesepe door haar huwelijk met Gert Ahuis. Derk Potgieter kwam op 8 juli 1766 terug van de markt te Ommen en hij had veel geld op zak. Vlak voor de Stadspoort van Nordhorn kwam hij een soldaat tegen die wist dat hij veel geld bij zich had, de soldaat duwde hem een kleine zijstraat in die van de Neuenhauserstrasse naar het Bussmaate loopt. Het was daar dat hij Derk Potgieter vemoordde en al zijn geld stal ! Toen deze gruwelijke daad ruchtbaar werd te Nordhorn, werd met speurhonden de achtervolging ingezet en op de Frensweger Toschlag werd hij gepakt. Nadat hij voor het gerecht zijn misdaad bekende, voerden de boeren hem op een Leiterwagen naar Isterberg waar hij door de beul van Schuttorf onthoofd werd. Het kleine straatje naar het Bussmaate heette sinds die tijd Das vermoorde Seggechien. Jan Potgieter Harmenszoon woonde in Scholten Niehaus sinds hij op 10 november l751 huwde met Gese Blokkers, de dochter van Gert Blokkers. Na een kinderrijk huwelijk stierf zij l8 jaar na hun huwelijkdatum, zoon Harm, die de was de oudste was, was twee maal getrouwd, eerst met Ale Jonkers uit het Wold (nu Osterwald), Hindrikje het tweede kind kwam in 1779 in Nolders Neuehaus terecht door haar huwelijk met Harm Schiewing, Geert de derde kwam in Blokkers Heuerhaus te wonen, Hindrik de vierde dochter trouwde met Geese Kamprouwen, Ennigien het vijfde kind trouwde met Jan Essing, de in 1764 geboren Berent Potgieter was het jongste kind. Een zekere Essing Hurmann Potgieter behoorde waarschijnlijk ook tot deze familie. Jan Potgieter's broer, Hindrik genaamd, huwde een weduwe uit Nordhorn en verlegde daarmee zijn domicilie weer naar deze stad en behield bij deze gelegenheid de bijnaam van zijn voorgangers. Deze Harm Vernim genoemd der Kayer Gerritszoon was in 1751 met Jenne Holboer Jansdochter van Bookelt getrouwd. Vanaf 1763 woonde Hindrik Potgieter of Kayer voor de volgende vijf jaar met zijn vrouw Jenne, dan de volgende 17 jaar met zijn tweede vrouw Swenne Frollingh uit Brandlecht en vanaf 1786 met zijn derde vrouw Trine Husmann. De kindersterfte in zijn huis was groot maar zelf bereikte hij een leeftijd van 78 jaar. En met hem verlaten wij deze half landelijke tak van de familie weer en keren wij naar de stad (Nordhorn) terug.
In de stad treffen wij dan de bekendste persoonlijkheid onder de Nordhornse Potgieters aan namelijk:
Hermann Pottgeter genoemd Nesen Hermann, waarschijnlijk naar zijn moeder Nese (Agnese) zo genoemd. Nog in de l6e eeuw geboren, overleefde hij de grote oorlog en zijn naam wordt nog in 1667 als Hermann Pottgeter senior gevoerd. Voor de dertigjarige oorlog trouwde hij met Tryne de stiefdochter van Gerdt Arents. Als een van de vier Burgemeesters van Nordhorn heeft hij de geschiedenis van deze stad voorbestemd. Overigens was hij ook lid van het Nordhorner schoenmakersgilde en heeft zich ook voor het wel en wee van zijn Gildebroeders sterk gemaakt. Nog in de oorlog geboren was de volgende generatie Lambert Potgieter die ook Nesen Lambert werd genoemd. Hij was eigenaar van een stuk land in de Pottkamp in Altendorf, gezien zijn naam zal hij wel een zoon van de Burgemeester zijn geweest.
Verder een Gert Potgeter die in Schuttorf het Farbehaus (die Heilige-Geist-Kirche) pachtte en nog Hermann Pottgeiter de jongere die getrouwd was met een dochter van Swenne von Lodden uit Frensdorf in 1648, ook nog Jan Potgieter die wel Ossenjan of Ketteljohan werd genoemd. Aan deze huisnamen herkennen wij de nakomelingen van Kettelhindrik en Bernd Potgeter.
Harmen Jansz Potgieter, de zoon van de bovengenoemde Jan Potgieter, trouwde te Swellendam aan de Kaap de Goede Hoop 1672. In 1691 wordt hij als burger van Stellenbosch genoemd en bezat vanaf 1705 een Farm in Waweren. Een afstammeling van hem was de bekende voortrekker en Stichter van de Oranje Vrijstaat genaamd Andries Hendrik Potgieter. Wie er meer over deze Zuid Afrikaanse tak van de Nordhornse familie wil weten, verwijs ik naar het werk van C.C. de Villiers Geslachtregister der oude Kaapse familien uitgegeven te Kaapstad in de jaren 1893 en 1894.
Over deze Zuid Afrikaanse tak kan hier nog worden opgemerkt dat de volkstelling van 1965 het aantal van 40.000 personen met de Potgieter naam in Zuid Afrika telde ! Een verbazing- wekkende vermeerdering !
Zodat men in deze tijd de grootste concentratie Potgieters in Zuidelijk Afrika aantreft !
In de tijd van de Auswanderers leefde er te Nordhorn een Henrich Potgieter die in het jaar 1680 als getuige optrad in de Kerk te Bentheim bij het huwelijk van Ennicken Potgieter en Phillips Cord Timer.
Potgeters olde man in de stad Nordhorn werd op 13 September 1748 begraven.
Uit de volgende tijd wil ik hier slechts nog wat namen noemen. Steeds weer komen dezelfde voornamen in deze familie terug. Eerst te noemen is Lambert Potgieter die te Nordhorn overleed op 17 april l782 en zijn 2 kinderen Jan en Maria. Jan trouwde in l765 met Garritdina Tukkers, dochter van Gert Tukkers, Maria trouwde met Derk Alberding, zoon van Derk Alberding uit Uelsen en trok uit Nordhorn weg.
Dan is er nog Berendt Potgeter die in 1729 met Enne Pill van het Degvelt trouwde. Hij was de vader van Jan Harm Potgieter Berentszn en de man van Swaantie Vernim Gerrietsdochter, bij dit echtpaar telde ik 7 kinderen tussen 1764 en 1774 waaronder twee tweelingen.
Een Gert Potgieter die reeds voor 1770 overleed, liet een zoon Harmen Potgieter na, deze trouwde in 1770 met Christine Smit van Neuenhaus en voor de tweede keer met C.G. Buitkamp.
Een hoofdlijn die tot op de dag van vandaag doorloopt, begint met een Gerard Potgeter, Burger van Nordhorn. Hij was eigenaar van het huis Oxenstrasse nummer 48 en landerijen bij het Pill-Haus op het Deegvelt in Altendorf.
Zijn vrouw Hille Bras de dochter van Harm Bras werd burgeres te Nordhorn in 1731, hij trouwde in 1745 met zijn tweede vrouw Gesina Evers die na een huwelijk van 23 jaar op 4 april 1768 overleed.
In het Kerkeboek staat slechts bij deze datum: Potgieters vrou in de stad. De kinderen van Gerard Potgeter waren voor zover bekend: Derk, die we verder hieronder zullen behandelen: Hille of Helle genoemd naar zijn eerste vrouw die werd geboren en overleed op 11 november 1749, een Gesina geboren in augustus 1750 en overleden als vrouw van Herman Kosters waarmee ze op 4 augustus 1776 trouwde, dan een kind dat op 29 oktober 1754 overleed en als laatste kind Hendrica die op 24 maart 1777 met Harm Bokenvelt trouwde.
Zeker sinds 1617 is het schoenmakershandwerk bij de Potgieter en Potgeters ingeburgerd, ook de bovengenoemde Derk Potgeter Gerardsz was Schoenmaker, hij woonde in de Ossestrate (Oxenstrasse).
Hij trouwde op 24 maart l765 met Anna Bussemaker, dochter van Harm Hendrik Bussemaker en twintig jaar na dato in het tweede huwelijk was hij met Gerdina Evers van Wilzem van Enter getrouwd. Van de 10 kinderen in deze huishouding waren er zeven uit het eerste huwelijk, waaronder als eerste Gerard, later de man van Janna Hildrink uit Hesepe (Janna ontving haar burgerschap in l801), dan Hendrica Potgieter in 1770 geboren, zij trouwde in 1790 met Bernd Weermeyer. Uit het tweede huwelijk drie kinderen, Antoni, geboren in 1786, Gesina in 1788, en tenslotte Jan, geboren in 1790. Deze Jan Potgeter was schoenmaker in Nordhorn en trouwde met Janna Wewers uit Waltseite, de dochter van de Rademaker, Steffen Bove genaamd Wewers en Grete Egbers. Uit dit huwelijk werden voorzover bekend 2 kinderen geboren; Steffen Gerrit Potgeter in 1827 - hij trok naar de Staat Michigan in de Verenigde Staten - en Antoni in 1831, hij overleed te Gildehaus in 1893 als Schoenmaker. Door zijn familie betrekking tot de Wewers trok hij uit Nordhorn weg naar Gildehaus. Zijn eerste echtgenote was Gesine Lagermann en zijn tweede echtgenote Siena Elskamp. Wellicht waren er uit deze twee huwelijken 10 kinderen .

Van deze 10 kinderen voer ik er slecht een ten tonele, namelijk Heinrich Johann Potgeter, Meester Schoenmaker te Gildehaus, hij werd te Gildehaus geboren in 1872 en was getrouwd met Gerhardina Johanna Schoolmann uit Lingen. Van de uit dit huwelijk geboren 8 kinderen noem ik hier slechts de drie zoons: Adalbert Antoni Potgeter, timmerman te Nordhorn; Wilhelm Anton Heinrich Potgeter, electricien te Gildehaus en Gerhard Ernst Johann Potgeter, koopman. Van deze drie zoons hebben de twee oudste ook de weg van hun vader ingeslagen, de jongste die een dochter van een Douanebeambte trouwde is zadelmaker. De oudste zoon vond zijn echtgenote in de buurt van Danzig, de tweede zoon trouwde een meisje uit de omgeving van de familie Stenvers (= van Stenverde). En omdat er uit deze huwelijken gelukkig ook weer zonen werden geboren, zijn wij op dit moment reeds bij de XVIe generatie aangekomen. Toch wel een aardig resultaat als men de afwezigheid van archiefstukken in aanmerking neemt.
Alle leden van dit oude Nordhornse geslacht konden niet in dit artikel genoemd worden, mijn hoofdopgave heb ik daarin gezien de samenhang tussen de verschillende geneaties vast te leggen voorzover dat vandaag de dag (1955) nog mogelijk is, ook als verschillende takken in een andere omgeving terecht kwamen.
Zou men echter proberen om alle familieleden van deze kinderrijke stam in een boek onder te brengen, zou men een interesant maar ook omvangrijk boekwerk krijgen. Zeer waarschijnlijk zullen de onderzoekingen zich dan ver over de grenzen van Nordhorn uitstrekken. Maar wij laten deze vragen nu voor wat ze zijn en laten de uitwerking van dit reeds bereikte resultaat aan de toekomst over .... !

(zover Dr. Ludwich Edel in de Grafschafter van September l955)

POTGIETER IN NEDERLAND - door Patrick van Griethuysen
Wij zouden dit artikel wel kunnen beginnen met de vraag: Zijn de Nederlandse Potgieter families op enige manier verwant aan de Nordhornse tak ? Kennelijk was er in Dr Edel's artikel geen plaats voor een Hermanus Potgieter Smid van Nordhorn die in Zwolle werd begraven op 15 Juli 1718. Volgens het trouwboek van Zwolle was hij Jongman van Nordhorn en ook zijn huwelijk werd nog aan de kerk te Nordhorn aangeplakt. We kunnen er dus wel (bijna) zeker van zijn dat we ook zijn voorgeslacht te Nordhorn kunnen aantreffen, echter is op dit moment nog niet met zekerheid te zeggen waar hij genealogisch gezien bij hoort. Sommige gedrukte bronnen vermelden het feit dat hij wellicht verwant was aan Harmen Jans Potgieter (die naar de Kaap trok), een relatie van volle neven troffen wij vermeld. Wij hadden echter niet de mogelijkheid dit op enige wijze te bevestigen of te ontkennen. Zwolle was traditioneel bekend om zijn handel met Nordhorn, beide steden verbonden door de rivier de Vecht. Vele van oorsprong Duitse families verlegden hun domicilie naar Zwolle, hun familienaam, vers bloed en hun handel met zich meebrengende. Het omgekeerde was natuurlijk ook het geval, veel van oorsprong Nederlandse families vestigde zich metterwoon te Nordhorn zodat ook nog heden ten dage oude Nederlandse Familienamen in de omgeving van Nordhorn voorkomen. Welnu, onze Hermanus Potgieter de Smid trouwde te Zwolle in 1672 met een zekere Swaantie Gerritsdochter, zij werden ouders van 10 kinderen die tussen de jaren 1663 en 1693 te Zwolle werden gedoopt. Er waren 5 zoons en 5 dochters. De eerste zoon Gerrit en gedoopt in 1667 ging terug naar Nordhorn om daar zijn bruid op te halen en Bernhardine Palthe was de gelukkige.
Geen van hun 5 kinderen trouwde. Van de tweede zoon (alweer) Hermanus die met Aleida Tegelaer was getrouwd zijn er negen kinderen met name bekend, gedoopt tussen de jaren 1718 en 1737, deze tak echter sterft uit in het jaar 1798. Het negende kind van Hermanus en Swaantie genaamd Jan Potgieter werd nog juist in de XVII de eeuw geboren en trouwde in 1725 met Willemina Tilanus, uit dit huwelijk werden 4 kinderen geboren en een tweeling. Het eerste kind werd weer een Hermanus en hij werd later de grootvader van de bekende dichter Everhardus Johannes Potgieter (1808-1875). In het midden van de XIXe eeuw treft men leden van dit geslacht aan te Leiden, Amsterdam en Leeuwarden. Maar met het overlijden van Sara Maria Potgieter te Leiden in 1912 sterft deze tak uit. Eigenaardig genoeg zijn er in deze tijd lieden die allerstelligst beweren een afstameling of minstens familie van de bekende dichter te zijn, de dichter echter was niet getrouwd en had geen kinderen!
Nu dan verder met een tweede Potgieter die we in de Zwolse archieven tegen kwamen, ook voor hem was er kennelijk in Dr Edel's artikel geen plaats, we hebben het over Cornelis Potgieter, die werd begraven te Zwolle op 27 augustus 1744, wellicht omstreeks 1686 geboren. Zijn ouders zijn vooralsnog onbekend. Wellicht was hij ook een zoon van Hermanus & Swaantie Gerritsdochter die we hierboven al noemden. Zijn doop bleek te Zwolle onvindbaar of althans als zodanig niet te herkennen. Eigenaardig is het wel dat geen van zijn 12 kinderen een traditionele Potgieter voornaam ontving, zou het wellicht mogelijk zijn dat hij van elders kwam en niet van Nordhorn ? Voorlopig blijft zijn afkomst nog door de deken der tijd bedekt. Deze Cornelis Potgieter was twee maal getrouwd, eerst met Jannie Winters, wier vader wel Michiel Winters moet zijn geweest, zij overleed voor het jaar 1714 na de geboorte van haar tweede kind. Onze Cornelis trouwde voor de tweede keer te Zwolle in 1714 met Gerritje Willemsdogter hun 10 kinderen werden te Zwolle gedoopt. Slechts hun (!) zevende zoon kreeg een mannelijk kind uit zijn huwelijk in 1769. Vanaf die tijd treft men leden van dit geslacht in Friesland aan en enige afstammelingen zijn vandaag nog in leven in de stad Groningen.
Rond het jaar 1670 huwde een zekere Benjamin Potgieter met Anna van Brienen - (Benjamin was wellicht de jongste zoon van een onbekend echtpaar ?). Deze Benjamin nu werd Burgemeester van Elburg. Helaas onthullen de Elburgse archieven zijn afkomst niet. Hij behoorde kennelijk tot het Elburgse Patriciaat ook zijn zoon Nicolaas en zijn dochter Johanna Odelia trouwden mensen uit dit Patriciaat. Johanna Odelia trouwde in het jaar 1710 een medicus en Nicolaas (die later ook Burgemeester van Elburg werd) trouwde met de dochter van de Schout Otters. De vierde dochter genaamd Wijnanda trouwde met een gewone soldaat, een Vaandrig genaamd Rasink. De enige zoon van Nicolaas Potgieter overleed als kind zodat deze familie op uitsterven stond. Wijnanda Potgieter echter gaf de Potgieter naam door aan haar eerst geboren zoon zodat een nieuwe tak van deze familie begon. De afstammelingen van deze familie hebben in deze tijd hun patriciaatswortels verloren en zijn kleine boeren en arbeiders. Benjamin voerde een familiewapen. Andere families Potgieter voeren dit wapen ook, maar daar ze echter geen afstamelingen van Benjamin zijn is dit heraldisch onjuist !
Een andere tak schijnt te beginnen in het dorp Coisvelt bij Munster in Westfalen gelegen omstreeks het jaar 1493 (aldus een handgeschreven stamlijst) treft men daar een zekere Gerrit Potgieter aan, zijn afstammelingen trof men in het jaar 1655 te Amsterdam aan, maar voorzover bekend sterft deze tak in het jaar 1805 uit. Wie de handgeschreven Stamlijst heeft geschreven en waar deze persoon de aldaar opgenomen gegevens heeft gevonden is onbekend, wellicht is dit van een ouder document overgeschreven.
In het jaar 1718 verschijnt er een Jan Potgieter in Tubbergen, niet ver van Nordhorn gelegen, en juist zoals bij de hier boven opgevoerde personen is zijn afkomst onbekend. Deze Jan noemde zijn eerste zoon Hendrik, nu is de mogelijkheid dus aanwezig dat hij ook uit Nordhorn afkomstig is, zijn vader zou dus weer een Hendrik geweest kunnen zijn. Ook bestaat nog de mogelijkheid dat hij aan een Coisveltse Hendrik verwant is. Jan Potgieter trouwde met Janna Knottenbelt, dochter van Lucas Knottenbelt, waarschijnlijk werden hun kinderen te Tubbergen gedoopt echter de doopboeken uit deze periode zijn aldaar niet bewaard gebleven. Jan en zijn Janna verhuisden naar Hoogkarspel boven Amsterdam waar hun familie zich in latere tijden vermengde met oude Westfriese families. Een ongehuwde Lucas Jans Potgieter kreeg kennis aan Naatje Spoorleder en in 1807 werd er uit Naatje een zoon geboren, zij noemde dit kind Jan Pottegieter, zodoende aan de familienaam een extra t en e toevoegende. In deze tijd zijn er slechts drie volbloed Pottegieter's over. Tjietske geboren in 1922, Jeanette geboren in l938, en de laatste mannelijke loot van deze tak Henri Philip Pottegieter geboren in 1947, naar verluid wonen deze laatste twee in Zuid Afrika.
Maar laat ons nu naar Nordhorn terugkeren en eens zien of we het artikel van Dr. Edel wat kunnen aanvullen. Somige van de personen die hij noemde, kwamen naar Nederland.
Kijken we eerst eens naar de tak van Jan Potgieter & Geese Blokkers, welnu hun zoon Harm trouwde met Ale Jonkers en zover we weten kwamen twee kinderen uit dit echtpaar naar Nederland, Geert en Geertien. De afstamelingen van Geert wonen vandaag nog in klein aantal in Groningen. Geertien woonde in het dorp Velthausen vlakbij Nordhorn, zij was aanvankelijk ongetrouwd en in deze toestand werd ze moeder van een zoon die ze Harmen Pottgieters noemde (een extra t en een extra s werden aan de familienaam toegevoegd). Harm of Harmen had 7 kinderen, maar slechts zijn eerste twee kinderen werden in de registers van de Burgerlijke Stand te Emmen als Pottgieters ingeschreven, de rest als Potgieter. Het handschrift op de geboorteacten van de twee eerste kinderen is kennelijk van dezelfde ambtenaar maar bij het derde kind verschilt het handschrift en is het heel wel mogelijk dat door het verschil van ambtenaar een duidelijke fout in de geboorteacten sloop. De meeste leden van deze tak wonen in het Noord-oosten van Nederland en sommige in het Limburgse.
Kijken we ten tweede eens naar het door Dr. Edel genoemde echtpaar Jan Potgeter & Janna Wewers. Voorzover bekend werden er slechts twee zoons uit dit huwelijk geboren, Steffen Gerrit als eerste en Antoni als tweede. Steffen Gerrit, duidelijk vernoemd naar zijn grootvader Steffen Bove genannt Wewers, vertrok vanuit de haven van Antwerpen naar de nieuwe wereld en arriveerde in New York op 5 april 1882. Mogelijk was er nog een derde zoon die naar Zuid Afrika trok maar dit is niet bekend. Steffen Potgeter woonde in de plaats Allendale in de Staat Michigan. De oudste twee zoons van Antoni Potgeter en Gesina Lagermann reisden samen met Steffen en zijn familie. Zeker is dat een Ernst Johann Potgeter ook in Allendale woonde. Van de oudste zoon Johann Potgeter is verder niets bekend of was hij het die vanuit de Verenigde Staten naar Zuid Afrika trok ? Een Amerikaanse afstammeling van Steffen Gerrit Potgeter herinnerde zich destijds dat zijn familie omstreeks 1905 bezoek kreeg van een neef uit Zuid Afrika.